Kerkgebouw

De gemiddelde bezoeker die binnenkomt in onze kerk zal zich waarschijnlijk niet
meteen realiseren dat hij of zij in een middeleeuwse boerderij staat. Toch is deze
kerk omstreeks 1550 als boerderij gebouwd, maar er is in de loop van de eeuwen
wel heel wat veranderd, zowel aan het gebouw als aan het gebruik ervan. In 1628
werd de boerderij gekocht door de rijke weduwe Agatha Claes. Het gebouw wordt
vanaf die tijd niet meer gebruikt als boerderij.
In 1628 wordt het gebouw naar achteren vergroot en wordt de stalruimte met
hooiberg omgebouwd tot kerkruimte. Onder de ronde pilaren zitten de
oorspronkelijke staanders van de hooiberg verborgen. Deze ondersteunen nog
altijd het dak. Het woongedeelte met de melkkelder en de opkamer zijn nu door
een muur van de kerkruimte afgescheiden. Het altaar komt tegen deze wand te
staan en het gebouw houdt het uiterlijk van een boerderij. De melkkelder wordt
voortaan gebruikt als bergruimte.
Na een grote overstroming in het dorp worden in 1826 de beschadigde, houten
wanden verwijderd en worden de muren opgemetseld. Kort daarna wordt het
huidige orgel geplaatst, dat afkomstig is uit de schuilkerk van Langeraar.
In 1939 wordt de kerk gerestaureerd naar de smaak van de tijd. De gevel van de
pastorie wordt aangepast: de oorspronkelijke twee voordeuren met twee ramen
maken plaats voor één voordeur met drie ramen. De bonte kleuren van het
kerkinterieur moeten plaats maken voor een eenvoudig wit. Bij de restauratie
vanaf 1990 worden de oorspronkelijke kleuren weer teruggebracht, wat vooral te
zien is aan de veelkleurige communiebank en de rode ribben en rozetten in het gewelf.